donderdag 14 april 2011

Periode 4.

We zijn alweer aangekomen bij het 4de kwartaal van schooljaar 1. Bij het vak 3-d gaan we ons het laatste blok bezighouden met dieren. In het begin gaat het nog om de hond, maar dit ga je later loslaten, tot een dier dat je zelf graag kiest.
We zijn de eerste les begonnen met het maken van hondjes met papier als materiaal. Hoe kun je op een snelle manier een hond maken en wanneer is het al een hond? en met name het denken ik gehelen. dit waren vragen en tips waar we op moesten letten, en die voor ons belangrijk waren voordat we aan de slag gingen.
hier volgen enkele voorbeelden:



Vervolgens zijn we verder gegaan met het maken van proefjes van één of meerdere dieren. Ik heb gekozen voor de libelle, omdat ik het een mooi dier vindt en met name veel mogelijkheden zie in de manier waarop ik materiaal kan gaan gebruiken. Hierbij hebben we 6 proefjes gemaakt.



Ik ben verder gegaan met de Libelle, en ook het materiaal ijzerdraad vond ik een mooi materiaal en zag ik mogelijkheden in om een eindwerk uit te gaan creeëren. Hier zien jullie een afbeelding van mijn uiteindelijke werk, de libelle.
 

 

woensdag 2 februari 2011

Periode 3.

BOETSEREN
In kwartaal 3. zijn we begonnen met boetseren. In de eerste les hebben we geoefend met modellen. In groepjes werden we ingedeeld en moesten om en om als model zitten. We gingen duidelijk kijken naar de verhoudingen van de mens. We hebben 2 standen geboetseerd. Hier zie je al enkele 'basispoppetjes'. We hebben nog niet gelet op afwerking enz.



kritiek: Waar moet ik nog op letten? 
- mijn armen en benen moeten meer vorm krijgen, dit d.m.v. strakke en rechte vormen.
- benen moeten dichter bij het lichaam geplaatst worden.
- achterhoofd kan nog wat voller

bij de volgende opdrachten zijn we ook bezig geweest met het menselijk figuur. Dit met klei en bijenwas. Bij klei hebben we een gesloten houding moeten maken en een mensfiguur zittend op een stoel/bank/kruk...
Bij het onderdeel met was hebben we een figuur moeten maken waarbij er een kracht uitgeoefend werd op een geometrische vorm. Ik heb hierbij gekozen voor een bolvormig object.
hieronder zie je mijn resultaten:


                                                               Poppetje van bijenwas          

Poppetje van restjes hout
                                                              Zittende figuur op een stoel

                                                                   Gesloten mensfiguur

donderdag 27 januari 2011

Periode 2.

We zijn deze 2de periode verder gaan ontwikkelen en onderzoeken, en zijn tot een eindproduct gekomen.
Ik heb het idee van een teenslipper genomen, en heb een 'zomers-schoentje' een winters jasje gegeven. Dit door aan de slipper een gebreide kous toe te voegen die je laag en hoog kunt dragen.


mijn eindresultaat:


vrijdag 29 oktober 2010

Periode 1.

Bij dit vak zijn we het eerste kwartaal voornamelijk bezig geweest met soorten materiaal, de constructie, functie en vorm ervan.
-          Materiaal
Bij het onderdeel materiaal hebben we vooral gekeken naar materialen die je in je omgeving aantreft. Ook welke materialen er in diverse objecten zijn toegepast. Iedereen moest als opdracht hierbij een verzameling aanleggen van materialen die je eigen voorkeur had. Ik had gekozen voor:
·         hout
·         stof
·         plastic
·         glas
·         leer
Ik heb voor deze 5 materialen gekozen omdat ik in mijn dagelijks leven hier veel mee te maken heb. Hout bijv. het is ligt het voelt warm aan en is makkelijk bewerkbaar. Ik heb voor stof/leer  gekozen omdat ik zelf graag met dit materiaal werk. Je hebt er zeer veel soorten van en je kunt er van alles mee. Ik heb voor plastic gekozen omdat dit materiaal voornamelijk belangrijk voor mij is in het dagelijks leven. Ook glas staat in mijn rijtje erbij, hier heb ik voor gekozen omdat ik het een mooi bewerkbaar materiaal vindt. Erg interessant vind ik het hoe het glas gemaakt wordt.

-          Constructie
De constructie speelt ook een grote rol bij voorwerpen. Meestal heeft het als doel een stevig geheel te vormen.  Bij dit onderdeel heb ik een vijftal voorwerpen gekozen en daarvan de constructie onderzocht. Ook hierbij heb ik gekeken naar de verbindingstechnieken die bij ieder voorwerp worden toegepast.

-          Functie
Het specifieke doel van een gebruiksvoorwerp noemen we de functie van het object. We onderscheiden het woord functie in:
-          Hoofdfunctie
-          Ondersteunende functie
-          Nevenfunctie
Ik heb bij vijf gebruiksvoorwerpen geanalyseerd wat de hoofdfunctie, ondersteunende en nevenfunctie was.  Om een voorbeeld te geven:
Object: stoel
Hoofdfunctie: het zitten. Een stoel is bedoeld voor op te zitten
Ondersteunende functie: het stapelen van een stoel
Nevenfunctie: We kunnen op een stoel gaan staan alsof het een trapje is

-          Vorm
Materiaal, constructie en functie bepalen mede de vorm van het object. Vorm kan iets te uitdrukking brengen. Veel voorwerpen hebben we daarom niet alleen vanwege hun functie maar vooral omdat ze drager zijn van een betekenis. Ze geven een signaal af en vertellen iets over wie we willen zijn.